Lakenproductie & lakenhandel
Heb je je wel eens afgevraagd waar de kleren die je aanhebt eigenlijk vandaan komen? De meeste kleren worden tegenwoordig in Azië gemaakt, maar vroeger was dat wel anders: toen werden kleren gewoon in Limburg gemaakt!
Schapen
Tegenwoordig worden de meeste kleren gemaakt van katoen, maar in de Middeleeuwen gebruikten de mensen vooral wol. Gewoon van schapen die in Limburg graasden. Ook wol van Engelse schapen werd gebruikt. Dat was beter van kwaliteit. Van die wol werd 'laken' gemaakt. Geen beddenlaken, maar een dikke, vilten stof.
Wol en laken
Laken maakte men zo: eerst werden de schapen geschoren. Dan werd de wol geverfd. Daarna spon de spinner van de wol garen. Daarmee weefde de wever een laken. Maar dan was men nog niet klaar.
Na het weven werd het laken gevold. Dat betekent dat de 'vollers' er in een grote bak op gingen staan en springen, waardoor werd de stof dikker en voller werd. Tenslotte werden alle pluisjes en haartjes eraf geschoren. En dan was het laken helemaal klaar om verkocht te worden. Maar eerst werd er nog een officieel
- zegel
- Zegel: Een soort stempel
aan gehangen, zodat iedereen wist dat de kwaliteit goed was.
Lakengilde
Er werkten een heleboel mensen aan het maken van laken. De schapenscheerder, de wolverver, de wever, de voller en de droogscheerder (die deed de laatste scheerbeurt). Al die mensen werkten samen in het lakengilde of wolgilde.